Zuid-Afrika kende al vormen van rassensegregatie tijdens de Britse koloniale overheersing. Met ‘apartheid’ wordt in eerste instantie verwezen naar het overheidsbeleid van segregatie en witte suprematie dat het land tijdens de tweede helft vande 20ste eeuw teisterde. In veel talen is ‘apartheid’ als leenwoord synoniem geworden voor alle vormen van rassenscheiding. Alle Zuid-Afrikanen werden na de verkiezingen van 1948 in drie categorieën opgedeeld: ‘blank’, ‘kleurling’, en ‘Bantu’ (alle zwarte Afrikanen). Het doel van het systeem was de witte minderheid te laten heersen over de andere groepen. Het belangrijkste instrument om apartheid te verwezenlijken was de ‘group area act’, waarmee mensen volgens ‘ras’ in verschillende woonwijken werden ingedeeld en waardoor onder andere wettelijk vastgelegde aparte scholen, universiteiten, ziekenhuizen, bussen en stranden werden ingevoerd. Na decennia van geweld en bloedige onderdrukking zwichtte het apartheidsbewind in de jaren 1990 onder internationale druk. Met de eerste vrije verkiezingen voor iedereen kwam het systeem in 1994 officieel ten val en kwam Nelson Mandela, het boegbeeld van de zwarte bevrijdingsbeweging Afrikaans Nationaal Congres (ANC) aan de macht.
>Op die Horison. Kwartaalblad van die Nederduitse Gereformeerde Kerk in Suid-Afrika, 1940-1970.Periodical, ink, paper, 15.5 x 24.1 x 0.3 cm.
>Non aux Oranges Outspan d'Afrique du Sud, 1980.Other, ink, paper.